Egalinemortel: de verschillen op een rij

Egalinemortel is een product dat men gebruikt als men een dikkere laag wil gieten. Dit is vooral handig als er bijvoorbeeld een dikkere laag opgevuld moet worden.

Stel dat je een hoogteverschil tussen de ruimtes eruit wilt halen wanneer u een muur heeft verwijderd, en dan blijkt de ene vloer hoger of lager te zijn dan de andere vloer. Heeft de vloer een hoogteverschil, dan is de egalinemortel NC 195 van Uzin een mooi product. Deze kan je gebruiken vanaf 3 mm dikte tot 4 cm dikte.

Verder is dit type mortel ook uitermate geschikt om een ruimte, waar zeer grote verschillen zijn in de hoogtes van vloeren, gelijk te maken. Dit is mogelijk omdat je dit product in zulke verschillende laagdiktes aan kunt brengen.

Bij dikkere lagen adviseer ik om een randstrook te gebruiken tussen de muur en egalinemortel. Maak wel altijd de ondergrond vrij van vervuiling, denk bijvoorbeeld aan lijmresten en dergelijke. Gebruik vooral ook de juiste primer!

Een handigheidje is om de grote verschillen in de dekvloer vooraf in kaart te brengen. Neem dan het hoogste punt als nulpunt. Vanaf dat punt ga je de verschillen in diktes uit-waterpassen. Breng de verschillen in beeld met behulp van een klein houten blokje (1,5×1,5) en lijm dit vast op de vloer. Heb je dit gedaan en een paar punten over de vloer verspreid, dan heb je tijdens de werkzaamheden een goed beeld van tot hoever je de egalinemortel opgiet.

Zorg ervoor dat je 3 tot 4 mm over het blokje heen giet, dan weet je dat je de juist hoogte te pakken hebt.

Ik vind het zelf erg prettig om de lengte van de waterpas aan te houden (ongeveer 2 meter) als punt om een hoogteblokje te plaatsen. De blokjes hoef je naderhand niet te verwijderen.

Egalinemortel is niet geschikt om vloerverwarming mee dicht te zetten. Omdat de substantie vrij dun is, kunnen de leidingen van de vloerverwarming gaan drijven. Ik adviseer om vloerverwarming dicht te zetten met reparatiemortel, bijvoorbeeld met NC 182. Deze kan je niet gieten, maar moet je met een spaan verwerken.

Het grootste verschil tussen egalinemortel en reparatiemortel is de viscositeit. Egalinemortel is dun, vloeibaar en makkelijk uit te gieten. Reparatiemortel is pasta-achtig, veel dikker en niet zo makkelijk uit te gieten. Men verwerkt deze ook anders, waarbij je een gladspaan gebruikt. 

Let wel op: bij het werken met egalinemortel zal deze, als er veel scheuren aanwezig zijn, weglopen. Vaak zal dit het eindresultaat nadelig beïnvloeden. Maak scheuren eerst dicht met een reparatiemortel.

Gebruik je egalinemortel en breng je dit in dikkere lagen uit, dan raad ik aan om een randstrook te gebruiken. De randstrook zorgt ervoor dat de egalinemortel tussen de vloer en muur geen spanning kan opbouwen en het niet door kieren of scheuren wegloopt.